Google prejudiciële beslissing in de zaak voor EHvJ
In mei 2015, de Franse autoriteit voor gegevensbescherming, CNIL heeft Google een mededeling aan Google betekend dat Google alle links die betrekking hebben op een individu (na het verzoek van het individu) moet verwijderen uit alle domeinnamen van zijn zoekmachine extensies wereldwijd.Aangezien Google de mededeling niet heeft opgevolgd, heeft de CNIL een boete van 100.000 EUR opgelegd, wat Google ertoe heeft aangezet om de sanctie van de Franse Raad van State in te trekken. Vragen in verband met deze zaak werden aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen voorgelegd voor een prejudiciële beslissing.
Het Hof van Justitie kwam tot de conclusie dat "Wanneer een exploitant van een zoekmachine-exploitant een verzoek tot verwijdering van verwijzingen overeenkomstig deze bepalingen inwilligt, is hij niet verplicht deze verwijdering van verwijzingen in alle versies van zijn zoekmachine door te voeren, maar in de versies van die zoekmachine die met alle lidstaten overeenstemmen, zo nodig met gebruikmaking van maatregelen die, met inachtneming van de wettelijke voorschriften, een internetgebruiker die op naam van een betrokkene een zoekopdracht vanuit een van de lidstaten uitvoert, op doeltreffende wijze beletten, of althans in ernstige mate ontmoedigen, om toegang te krijgen tot de links die het voorwerp van dat verzoek vormen door middel van de na die zoekopdracht getoonde lijst van resultaten.
Google geo-locatie argument
Volgens Google heeft zij een nieuwe lay-out voor de nationale versies van haar zoekmachine geïmplementeerd, waarbij de door de internetgebruiker ingevoerde domeinnaam niet langer de nationale versie van de zoekmachine bepaalt waartoe deze gebruiker toegang heeft. Zo wordt de internetgebruiker nu automatisch doorgestuurd naar de nationale versie van Google's zoekmachine die overeenkomt met de plaats van waaruit hij of zij geacht wordt de zoekopdracht uit te voeren, en de resultaten van die zoekopdracht worden weergegeven volgens die plaats, die door Google wordt bepaald door middel van een ip-geolocatieproces.Het Hof van Justitie wijst erop dat er geen enkele bepaling is die het gebruik van het geolocatie argument verbiedt en dat het EU-recht op dit moment dus niet vereist dat het "recht om te worden vergeten" betrekking heeft op alle versies van een zoekmachine zoals Google.
Het "recht om te worden vergeten" in niet-EU-rechtsgebieden
De prejudiciële beslissing is een belangrijke stap in de uitlegging en toepassing van het "recht om te worden vergeten" in zaken waarbij niet-EU-rechtsgebieden betrokken zijn.Het Hof van Justitie verwijst in zijn arrest naar de twee partijen die in aanmerking moeten worden genomen. Aan de ene kant is er de bescherming van het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens en aan de andere kant de vrijheid van informatie van internetgebruikers. Hoe deze rechten worden geïnterpreteerd, kan sterk verschillen van land tot land. Door deze verschillende betekenissen is het moeilijk om buiten de Europese Unie (EU) op een geharmoniseerde manier een "de-referencing" toe te passen.
Samenwerking met autoriteiten buiten de EU is moeilijk, hoewel het BBPR in de bepalingen ervan voorziet in de medewerking van de autoriteiten. Bovendien is een wereldwijde zoekmachine-exploitant niet verplicht om het bevel van een EU-autoriteit met betrekking tot zijn filialen buiten de EU op te volgen.
De conclusies van de advocaat-generaal zijn beschikbaar op de website van de Commissie. Website van het Europees Hof van Justitie